History Files
 

DEU ENG FRA NDL

Please help the History Files

Contributed: £175

Target: £400

2023
Totals slider
2023

The History Files still needs your help. As a non-profit site, it is only able to support such a vast and ever-growing collection of information with your help, and this year your help is needed more than ever. Please make a donation so that we can continue to provide highly detailed historical research on a fully secure site. Your help really is appreciated.

 

 

Kemmelberg

Kemmelberg 1918: Deel 1 Wat voorafging

door W Willems, J L Putman, & M Soenen

Eerste, Tweede en Derde Slag om Ieper, Slag aan de IJzer, 20 oktober 1914 tot 6 november 1917

Het verloop van de Eerste Wereldoorlog werd in Vlaanderen vooral door het strategische belang van het heuvellandschap bepaald. De getuigenheuvels (de 'West-Vlaamse Bergen') ten zuiden van Ieper vormden immers de enige hinderpaal tussen IJzer- en Leievlakte en de polders en tenslotte het Kanaal met Duinkerke, Calais en Boulogne als belangrijke toevoerhavens voor de Britten.

Nadat de Duitsers België waren binnengevallen op 4 augustus 1914, werd de Duitse opmars - met de controversiële omschrijving 'de race naar zee' - gestopt rond Ieper en Wijtschate-Mesen in het najaar van 1914.

Na de Eerste Slag om Ieper (Slag aan de IJzer) (20 oktober tot 18 november 1914) bleef de kapotgeschoten stad in handen van de geallieerden; de aanvallende troepenbewegingen vielen stil en beide partijen groeven zich in rond Ieper.

De geallieerden trokken zich terug op een frontlijn langs de IJzer en het gekanaliseerde deel van de Ieperlee (kanaal Ieper-IJzer).

Deze frontlijn maakte ten zuiden van de Kemmelberg vanaf de Franse grens een omgekeerde S-bocht ten westen van Mesen en Wijtschate ('Wijtschateboog'), draaide onder Ieper langs Sint-Elooi naar het oosten voorbij Zonnebeke, boog dan westwaarts tussen Langemark en Poelkapelle ('Ieperboog') en draaide dan tenslotte naar het noorden boven Ieper.

De Ieperboog vormde dus ten oosten van Ieper een stuk geallieerd grondgebied dat aan het Westfront vooruitstak in het Duitse bezette gebied.

De Duitse verdediging had zich teruggetrokken langs de Wijtschateboog op vooruitgeschoven posten op goed verdedigbare natuurlijke hoogten en kunstmatige heuveltjes, zoals 'Hill 60' in de omgeving van Zillebeke.

Ieperboog-Wijtschateboog
Foto publiek domein

Ieperboog-Wijtschateboog.

Franse en Beierse soldaten voerden in november 1914 een verbeten strijd om het bezit van één van deze strategische hoogten op het grondgebied van Wijtschate-Mesen, die veertig meter hoog liggen. De Duitsers kwamen als overwinnaars uit het gevecht en de site werd uitgebouwd met loopgraven tot een oninneembare vesting: 'Bayernwald'.

Aan de Ieperboog werd er de volgende vier jaar blijvend strijd gevoerd tussen Britten en Duitsers. Na de Tweede Slag om Ieper (22 april tot 15 mei 1915) - waarbij de Duitsers voor de eerste keer massaal chloorgas inzetten - vielen ook Zonnebeke, Sint-Juliaan en Langemark in Duitse handen en was de Ieperboog wat ingekrompen (zie stippellijn op bovenstaande afbeelding).

De Franse troepen trokken zich geleidelijk terug uit het noorden en de Britten namen het noordelijke gedeelte van het westelijk front voor hun rekening.

Na anderhalf jaar in een loopgraven-impasse te hebben verkeerd, was een gezamenlijke operatie van Britse en Franse strijdkrachten bedoeld om een beslissende overwinning op de Duitsers aan het westelijk front te behalen. Maar deze Slag aan de Somme (1 juli tot 18 november 1916) liep uit op een dure mislukking met enorme verliezen aan mensenlevens.

Om te vermijden dat hun eigen slagkracht drastisch zou verminderen, wilden de geallieerden op de heuvels absoluut een einde maken aan de opmars van de Duitse troepen.

Vooral de Kemmelberg, vanwaar men de ganse streek kon overzien en beheersen, was van strategisch belang, zowel voor de geallieerden als voor de Duitsers. Voor de Duitsers was de heuvel het laatste obstakel om de Britten bij Ieper te overrompelen en hiermee de weg naar de zeehavens te controleren.

Voor de Britten was de top van de Kemmelberg een ideale locatie met een uitstekend uitzicht op de frontlijn van Mesen over Wijtschate naar Ieper.

Britse reserve-uitkijkpost, juni 1917
Foto publiek domein

Britse reserve-uitkijkpost, juni 1917.

Na de Tweede Slag om Ieper verbouwden de Britten de Kemmelberg tot een vesting met verscheidene observatieposten.

Ook in de westelijke flank van de Lettenberg heuvel – een kleinere uitloper die noordwaarts tegen de Kemmelberg aanleunt – werd een Britse observatiepost uitgegraven, die eind 1916/voorjaar 1917 versterkt werd door de 'British Engineers and Tunnelers' die er vier betonnen bunkers bouwden - de Lettenberg-bunkers - met ondergrondse schuilplaatsen en een brigadehoofdkwartier.

In juni 1917 schakelden de geallieerden 'Bayernwald' uit door het gebruik van dieptemijnen, en ook andere vergelijkbare Duitse posities op natuurlijke hoogten langs de Wijtschateboog werden op non-actief gezet.

Bij de Derde Slag om Ieper (Slag om Passendale, 31 juli 1917 tot 10 november 1917) vochten enkele Franse divisies mee onder Brits bevel, maar ook Australiërs, Nieuw-Zeelanders en Belgen. Met succes schakelde de Britse artillerie een belangrijk deel van het Duitse leger uit.

Maar meer nog dan de Slag om de Somme wordt deze slag beschouwd als zinloos. Door dit offensief waren de verliezen aan beide zijden aanzienlijk. Het 'In Flanders Fields Museum' schat het aantal verliezen, doden en gewonden, op meer dan 600 000 (!) in de Slag van Passendale alleen, wat helemaal niet in verhouding is met de slechts acht kilometer terreinwinst van het geallieerde front, die trouwens – toevallig - volledig verloren ging tijdens de Vierde Slag om Ieper in april 1918.


Vervolg in Deel 2

 

 

Tekst copyright © Archeo Kemmelberg. Een origineel kenmerk voor de History Files: Kemmelberg.