History Files
 

DEU ENG FRA NDL

Please help the History Files

Contributed: £175

Target: £400

2023
Totals slider
2023

The History Files still needs your help. As a non-profit site, it is only able to support such a vast and ever-growing collection of information with your help, and this year your help is needed more than ever. Please make a donation so that we can continue to provide highly detailed historical research on a fully secure site. Your help really is appreciated.

 

 

Kemmelberg

Legende van 'Het Malegijs Peerdeke'

door W Willems, J L Putman, & M Soenen

Aan de Bergstraat in Kemmel staat er schuin tegenover het postgebouw een villa met het gevelopschrift 'Malegijs Peerdeke'.

In de tuin naast het huis staat er een bronzen beeldje van het zogenaamde 'Malegijs-paardje' met drie meisjes op zijn rug, een uitbeelding van een volksverhaal dat door Johann Wilhelm Wolf (1843) gesitueerd werd in de zestiende eeuw.

Bronzen beeldje van Malegijs Peerdeke, Kemmel
Photo © W Willems

Bronzen beeldje van Malegijs Peerdeke, Kemmel.

Op een dag in 1521 wandelen drie buurmeisjes door de stad Ieper. Opeens zien ze in het schemerdonker een mooi en prachtig getooid klein wit paardje, dat steigert en blijkbaar geen leidsman heeft.

Terwijl de meisjes onder de indruk zijn van de ongewone schoonheid van het paardje, komt er een ridder aangelopen, die de begeleider van het verloren dier lijkt te zijn.

Hij richt zich tot de opgetogen meisjes en zegt: 'Het paardje komt van Japan en ik ben er pas vandaag mee in Ieper aangekomen. Wanneer jullie er graag een kleine rit mee willen doen, zegt maar waar jullie wonen of waar jullie naartoe willen en het paardje zal er jullie met alle genoegen naar toe voeren'.

De meisjes aarzelen even, maar besluiten toch een ritje met het paardje te ondernemen en kiezen ervoor om er mee naar huis te rijden.

Het fiere dier stapt eerst zachtjes vooruit, maar stilaan versnelt het zijn tred en vliegt weldra als een pijl langs de weg. Ze zijn de stadspoort al uit wanneer de meisjes pas merken dat ze zijn misleid. De avond is intussen gevallen en plots houdt het paardje stil voor een groot en prachtig kasteel.

Het is alsof duizenden muziekinstrumenten weerklinken en het lijkt alsof iedereen binnen in het kasteel lustig aan het dansen en feesten is.

De poorten van het kasteel zwaaien open en het paardje rijdt binnen met de drie meisjes op zijn rug. Een ogenblik later opent zich een zijdeur en talrijke duur geklede hofdames vertonen zich. In de kamer achter hen wordt een rijk gedekte tafel zichtbaar. De meisjes stappen af van het paardje en gaan de kamer binnen.

Aan het hoofdeinde van de tafel zit een grote heer, met heldere en flikkerende ogen. Hij is gekleed in een lang geborduurd gewaad uit damast dat zijn hele lichaam bedekt, met op zijn hoofd een soort Turkse muts, met vooraan een klein spiegeltje en aan beide zijkanten versierd met diamanten en andere kostbare edelstenen.

De blijkbaar vriendelijke heer kan de drie meisjes overhalen om een brokje mee te eten. Na het avondmaal doen de drie meisjes het verhaal van hun wedervaren en verzoeken de begeleider van het paardje om hen terug naar huis te brengen.

Maar de heer staat op en zegt: 'Nu het Malegijs-paardje ons het geluk heeft bezorgd die edele juffrouwen van Ieper op dit kasteel te ontvangen, mogen wij niets nalaten om hen deze avond op een aangename en vrolijke wijze te laten doorbrengen. Laten we pand spelen'.

De meisjes weigeren mee te doen en willen gewoon naar huis, maar de ogen van de heer krijgen een helse uitdrukking en zijn gelaatstrekken vallen in een wrede somberheid, zodat de meisjes toch plaatsnemen in de ronde om zich aan dit akelige zicht te onttrekken.

Zo begint men dan pand te spelen. Maar de meisjes die met dit spel helemaal geen ervaring hebben, zijn telkens fout en moeten altijd maar meer en meer pand geven zodat ze uiteindelijk alles moeten afgeven wat zij bij zich hebben. Al hun juwelen en zelfs hun kledij raken ze kwijt. De meisjes wachten verschrikt het einde van het spel af.

Dan zegt de heer: 'Vooraleer wij tot het uitdelen van de panden overgaan, laat ons eerst eens drinken op de gezondheid van het Malegijs-paardje'.

Wanneer de meisjes een eerste slok van de aangeboden drank nemen, ontwaken ze ineens als uit een droom en bevinden ze zich onder de blote nachtelijke hemel. De tover is verdwenen.

De drie meisjes zitten halfnaakt op een onbekende plaats in een diepe put, waar ze uiteindelijk uit kunnen klauteren en voor zich een hut zien waar ze aankloppen.

Daar wonen een boer en boerin. De meisjes vertellen wat er is gebeurd en vragen waar zij zich bevinden. 'Op de Kemmelberg, op meer dan twee uur van Ieper' is het antwoord. Maar de boer en de boerin houden de meisjes voor tovenaressen en weigeren hen kledij te geven of hen te helpen.

De meisjes moeten uiteindelijk vluchten en rennen de berg af. Na lang te hebben gedoold over onbekende wegen komen de schamel geklede meisjes eindelijk toe aan een herberg. Maar nu durven ze de waard niet vertellen hoe zij in die ellendige toestand terechtgekomen zijn. Daarom doen ze hem geloven dat zij door struikrovers overvallen en beroofd zijn.

De meisjes worden binnengelaten en krijgen kleren van de waardin. De waard is dan bereid gevonden om de meisjes naar huis te brengen met zijn wagen, getrokken door een koppel paarden.

Ze zijn al een uur ver onderweg, wanneer de waard begint te vermoeden dat hij van de juiste baan is afgeweken, alhoewel hij de weg van Kemmel naar Ieper zeer goed kent. De drie meisjes beginnen bang te worden want ze denken aan het Malegijs-paardje, dat hen op dezelfde manier heeft misleid.

'Eigenaardig, ik kan mijn paarden niet in toom houden', zegt de waard. En de wagen gaat sneller en sneller vooruit en wordt met kracht over dijken, door bossen, over akkers en beken getrokken. Een schim vliegt permanent voor de paarden heen. 'De schaduw van Malegijs' lispelen de meisjes tegen elkaar.

Uiteindelijk komen ze in een brede laan en de wagen blijft staan. De paarden dampen van het zweet. De schim is verdwenen en de zon komt op.

'De toverheks van de Kemmelberg zal ons misleid hebben', zegt de waard, zo bleek als de dood, 'maar haar rijk is ten einde, want ginder in het oosten wordt het dag'.

Alhoewel de waard de weg van Kemmel naar Ieper blindelings zou vinden, moet hij aan een voorbijkomende boer vragen waar ze zijn. De boer zegt glimlachend dat ze meer dan tien uur van Ieper verwijderd zijn en dat ze zich op de weg van Steenvoorde naar Kassel bevinden.

'Hoe konden wij toch zo dom zijn om dit Malegijs-paardje te bestijgen? Wie weet waar we zouden uitgekomen zijn, was de schim van het Malegijs-paardje niet door het daglicht verrast geworden', zeggen de meisjes. Met veel moeite bereiken ze die dag uiteindelijk toch nog de stad Ieper.

Om dit voorval te vereeuwigen, werd de put waarin ze terechtgekomen waren op de Kemmelberg, de 'Kinderput' genoemd.

Plaat: 'Hier is de Kinderput'
Foto © W Willems

Plaat: 'Hier is de Kinderput'.

Vanaf de straatkant gezien bevindt deze put zich onmiddellijk links naast een heuveltje waarop een betonnen sokkel werd gebouwd. Daarop werd in 1951 het geodetisch punt aangebracht door het Nationaal Geografisch Instituut (NGI) te Brussel, dat de hoogte van 154 m bepaalt van de Kemmelberg.

Geodetisch punt Kemmelberg (154 m), oktober 1951
Foto © W Willems

Geodetisch punt Kemmelberg (154 m), oktober 1951.

Dit geodetisch punt bevindt zich recht tegenover de inrit van Hostellerie Kemmelberg, zo'n tweehonderd meter van de uitzichttoren Belv édère.

'Kinderput'
Foto © W Willems

Kinderput op de voorgrond, daarachter de plaat en achteraan het heuveltje met geodetisch punt.

Vlak naast de weg, op de locatie waar in 1954 verder van de weg af de Hostellerie werd gebouwd, stond er vóór de Eerste Wereldoorlog het restaurant Belle Vue, recht tegenover een uitkijkheuveltje, dat tijdens de Eerste Wereldoorlog deel uitmaakte van een klein Brits weerstandscentrum.

Is dit heuveltje ooit opgeworpen met aarde uit de 'Kinderput'?

Restaurant Belle Vue en uitkijkheuveltje, rechts
Foto © Geneanet - CC-BY-NC-SA 2.0

Restaurant Belle Vue en uitkijkheuveltje, rechts.

 

 

Tekst copyright © Archeo Kemmelberg. Een origineel kenmerk voor de History Files: Kemmelberg.