History Files
 

DEU ENG FRA NDL

Please help the History Files

Contributed: £175

Target: £400

2023
Totals slider
2023

The History Files still needs your help. As a non-profit site, it is only able to support such a vast and ever-growing collection of information with your help, and this year your help is needed more than ever. Please make a donation so that we can continue to provide highly detailed historical research on a fully secure site. Your help really is appreciated.

 

 

Kemmelberg

Kemmelberg 1918: Deel 3 De Slag om de Kemmelberg

door W Willems, J L Putman, & M Soenen

Situatieschets bovenop de Kemmelberg

Bovenop de Kemmelberg - vlak naast de straatkant - stond er in 1850 al een herberg, recht tegenover een uitzichtheuveltje, dat waarschijnlijk ooit opgeworpen was met aarde uit de zogenaamde 'Kinderput' naast het heuveltje, waarvan sprake in de legende van het 'Malegijs Peerdeke' (zie gerelateerde links onderaan).

De Belvédère-uitzichttoren werd pas in 1888 opgericht een paar honderd meter verder.

Belle Vue en uitzichtheuveltje, 1913
Foto © Geneanet - CC-BY-NC-SA 2.0

Belle Vue en uitzichtheuveltje, 1913.

Nog vóór het uitbreken van de oorlog was deze herberg al restaurant 'À la Belle Vue' geworden, duidelijk een 'place to be' inclusief cabaret, doolhof en talloze wandelmogelijkheden ter plaatse. Toeristen beklommen het spiraalvormig aangelegd pad tot bovenop het uitzichtheuveltje en genoten daar van prachtige panorama's.

Uitzichtheuveltje, 1913
Foto © Geneanet - CC-BY-NC-SA 2.0

Uitzichtheuveltje, 1913.

Tijdens de oorlog gaf dit restaurant zijn naam aan een kleine weerstandspost die de Britten ter plaatse hadden ingericht. Zij noemden deze 'Belle Vue Cabaret'.

Afgezien van zijn dominante positie bood de Kemmelberg weinig elementen van verzet; de Fransen vonden er dit kleine Britse weerstandscentrum en noemden het 'Cabaret-Bellevue'...

Een paar honderd meter verder was er de observatiepost van de Belvédère uitzichttoren met een schuilput onder de toren en een loopgraaf naar beneden in noordelijke richting. En dat was alles.

De Britten hadden de omgeving van de Belle Vue Cabaret ingericht als een kleine weerstandspost met een infanteriesectie, versterkt met een mitrailleurs-sectie die in een kleine schuilput was opgesteld onder de doolhof van de Belle Vue Cabaret. Een loopgraaf - die beschermd was met een dun net op 3 meter hoogte - omcirkelde het geheel.

Dit weerstandscentrum was veel kleiner dan de Duitsers dachten.

Zoals blijkt uit een luchtopname van mei 1917 was de loopgraaf zelf ook omgeven door een iets lager gelegen kring van opgeworpen aarde uit de loopgraaf.

Op de uitvergroting van de luchtfoto hieronder is de Belle Vue - het zwarte rechthoekige gebouw onderaan het uitzichtheuveltje - duidelijk herkenbaar.

Detail luchtfoto van de Britse weerstandspost, mei 1917
Foto © IWM London Box 182-120-53BT-28N26ab-1917

Detail luchtfoto van de Britse weerstandspost, mei 1917.

Dit gebouw is ook aangeduid als Belle Vue Cabaret op een Britse stafkaart van 1916.

Uitzichtheuveltje (rode ster) en observatiepost (groene ster), december 1916
Foto © cdoc.klm-mra@warheritage.be

Uitzichtheuveltje (rode ster) en observatiepost (groene ster), december 1916.

Op het uitzichtheuveltje aan de Belle Vue werd in 1951 een sokkel met bovenop het geodetisch punt Kemmelberg opgericht.

Het verwoeste restaurant Belle Vue werd na de oorlog niet terug opgericht. Maar slechts enkele meters verder van de straatkant verwijderd, werd in 1954 de Hostellerie Kemmelberg gebouwd.

Een paar honderd meter verder liep er vanaf de Belvédère observatiepost een loopgraaf de kale helling af tot aan de zandweg Loker-Kemmel. Deze loopgraaf lag volledig in het zicht van de Duitsers. Onder de Belvédère toren zelf (Kemmel Tower) hadden de Britten een dugout uitgegraven met één enkele ingang langs de noordelijke hellingen. Een soortgelijke schuilplaats onder de Monteberg werd de commandopost van de Franse kolonel.

De 11e compagnie van het Franse 99e infanterieregiment - pas aangekomen op 17 april 1918 - had een grote klus te klaren. De sector die haar werd toegewezen was de noordelijke helling van de Kemmelberg, waar Britse batterijen stonden opgesteld. Maar de compagnie was ook verantwoordelijk voor de organisatie bovenop de Kemmelberg en voor de verdediging van het grootste deel van de heuvel, waaronder het plateau, inclusief de 'Dreef', de Cabaret-Bellevue-weerstandspost en de Belvédère-observatiepost.

De eerste sectie van de compagnie bleef als reserve bij het hoofdkwartier van de kapitein, op de noordelijke helling van de Kemmelberg, ongeveer vijftig meter van Cabaret-Bellevue.

De tweede sectie moest aan de zuidkant het verzetscentrum Cabaret-Bellevue en de 'Dreef' - een pad van honderd meter lang - verdedigen.

De derde sectie, in het westen, moest de Kemmelberg verdedigen in zuidelijke richting, vanaf de Kemmelbergweg tot aan de loopgraaf rond het Cabaret-Bellevue. Haar gevechtslocaties waren de granaattrechters langszij de 'Dreef'.

De vierde sectie, in het oosten, moest de Kemmelberg in het zuidoosten verdedigen door de loopgraaf van de Belvédère te bezetten en een lijn van granaattrechters die de Belvédère-observatiepost met het verzetscentrum Cabaret-Bellevue verbond.

De Slag om de Kemmelberg, 25 tot 29 April 1918

Aan de vooravond van het Duitse offensief waren er vier Duitse divisies en het Beierse Alpenkorps in eerste linie in stelling gebracht, op een frontlijn van zeven kilometer tussen Wijtschate en Dranouter, ten zuiden van de Kemmelberg. De geallieerden hadden één enkele Britse en twee Franse divisies ter beschikking.

Kaart van de frontlijn
Foto © Kabisch, Um Lys und Kemmel

Kaart van de frontlijn, 25 tot 29 april 1918.

In de vroege ochtend van 25 april barstte een ongezien inferno los op de Kemmelberg. Duitse batterijen schoten rondom de heuvel vanuit het zuiden, het oosten en het noordwesten. Ze bestookten gedurende meer dan twee uur de geallieerde artillerie-eenheden en de Franse eerste linies met gasgranaten en brisantbommen, aan een tempo van honderd stuks per minuut...

Deze helse artilleriebeschietingen verkoolden in korte tijd alle leven op en rond de Kemmelberg, Monteberg en Lettenberg.

Daarna volgde nog een zeer zwaar Duits luchtbombardement.

De top van de Kemmelberg ontsnapte hieraan niet. De Belvédère-uitzichttoren uit 1888 werd volledig vernield. De locatie ervan bleef echter nog in gebruik als Britse observatiepost gericht op de Duitse stellingen in Wijtschate.

De toren werd enkele jaren na de oorlog weer opgebouwd, en is nu een beschermd monument.

Bij dageraad was de Kemmelberg veranderd in een zwart en kaal maanlandschap, waren de flanken van de heuvel volledig ontdaan van elk spoor van vegetatie en verdween de heuveltop in een rook- en stofwolk die een dikke mistlaag vormde.

Belvédère-uitzichttoren vóór de oorlog
Foto publiek domein

Belvédère-uitzichttoren vóór de oorlog.

Resten van de Belvédère-uitzichttoren na de slag, augustus 1919
Foto publiek domein

Resten van de Belvédère-uitzichttoren na de slag, augustus 1919.

De Duitse aanvalslinies waren op die manier zodanig dicht kunnen naderen, dat ze nu hun machinegeweren konden inzetten.

Voor de Duitse infanterie was dit het geschikte moment om aan te vallen en meteen na de luchtaanvallen bestormden duizenden Duitse infanteristen onder leiding van de Beierse Alpenjagers - doorheen putten en over lijken - de zeven km brede heuvelrug van de Monteberg, Kemmelberg en Lettenberg. Het was zeven uur 's morgens.

Rond 7.30 u. stuurde de derde sectie van de Franse troepen bovenop de Kemmelberg geen berichten meer door en de vierde sectie werd aangevallen. De tweede sectie aan Cabaret-Bellevue had nog altijd geen Duitsers gezien. Amper een dik uur later was dat wel het geval. De vierde sectie gaf geen teken van leven meer. Op twintig meter achter het hoofdkwartier van de kapitein openden mitrailleurs het vuur op de zes overgebleven reservisten van de eerste sectie.

De toestand op de Kemmelberg werd kritiek. De Alpenjagers haalden hun voordeel uit het reliëf van de heuvel en van de verlaten schuilplaatsen, om onopgemerkt vlak voor de neus van Britse en Franse artillerie-eenheden op te duiken. De Duitsers gebruikten handgranaten en geduchte vlammenwerpers om de laatste nog bestaande Franse weerstandsnesten op te ruimen.

In de schuilplaats op de flanken van de overgang Kemmelberg-Monteberg vonden lijf-aan-lijf gevechten plaats. De nog overlevende artilleristen van de Franse divisies boden nog weerstand, maar konden de opmars nog onmogelijk verhinderen en moesten de Kemmelberg en Monteberg prijsgeven.

Duitse infanteristen in holle weg tussen Kemmelberg en Monteberg
Foto © IWM London Q87947

Duitse infanteristen in holle weg tussen Kemmelberg en Monteberg.

Op het ogenblik van de aanval op de Kemmelberg, bracht de Duitse Keizer Wilhelm II een bezoek aan het front en volgde daarbij de aanval in een observatiepost. Hij riep triomferend uit: 'Die Schlacht ist entschieden. Wir haben den Berg' ('De slag is beslist. We hebben de berg').

De Britten wilden hun oorlogsmaterieel koste wat kost uit de handen van de Duitsers houden en hadden vijfentwintig van hun eigen kanonnen kunnen opblazen.

De Duitsers hadden het ganse plateau al in hun bezit, en waren nu genaderd tot op minder dan dertig meter van de top, zowel in het oosten, als in het noorden en het zuiden.

Rond 9.30 u. waren er nog slechts twee Franse overlevenden aanwezig wanneer Duitse troepen de top van de Kemmelberg in bezit namen.

Ook de dorpjes Kemmel en Dranouter vielen in Duitse handen.

De aanval op de Kemmelberg wordt historisch beschouwd als één van de zwaarste aanvallen van de Eerste Wereldoorlog.

De dorpen en het prachtige landschap van de West-Vlaamse heuvels werden na vijf maanden oorlog volledig vernietigd. Kemmel en Belle (Bailleul, Frankrijk) - door de Eerste Wereldoorlog nauw verbonden met elkaar - werden bij dit offensief totaal vernield.

Kemmelberg en Monteberg
Foto publiek domein

Kemmelberg en Monteberg, 25 april 1918.

Nooit eerder was de Duitse frontlijn zo ver opgeschoven.

De Duitsers stevenden af op een beslissende doorbraak. Ieper lag voor het grijpen, maar na de dramatische gebeurtenissen van 25 april keerden echter de kansen.

De volgende dag, op 26 april, vond er een Franse tegenaanval plaats die echter mislukte. De Kemmelberg bleef in Duitse handen.

Maar een paar dagen later maakten de vermoeide Duitsers nog nauwelijks vorderingen aan de Leie en leek er ook een einde te zijn gekomen aan de Duitse aanvallen in de West-Vlaamse heuvels. De Duitse opmars werd tot staan gebracht.

Uiteindelijk zat er voor de Duitse generaal Ludendorff op 29 april niets anders op dan het offensief in Vlaanderen definitief af te blazen. De verovering van Ieper was blijven steken tussen de West-Vlaamse heuvels en had niet geleid tot de gehoopte beslissende doorbraak naar de kust. Van dan af werden er geen veranderingen in de posities van beide tegenstanders meer genoteerd. De Slag aan de Leie was voorbij.

Het lenteoffensief had uiteindelijk tot niets geleid, maar de verbeten strijd had het leven gekost aan 200 000 soldaten, waarvan meer dan 82 000 Fransen.

Einde van de oorlog in Vlaanderen, 30 april tot 18 juli 1918

Op 5 mei 1918 werd de slag om Vlaanderen definitief beslist. De gevechten gingen echter nog door tot 18 juli 1918.

Voor het eerst na de Slag aan de IJzer, bijna vier jaar eerder, trokken de Duitsers zich terug uit het grootste deel van Vlaanderen dat nu werd heroverd door de geallieerden.

Tijdens het 'Honderddagenoffensief' van de geallieerden (8 augustus tot 11 november 1918) viel de Kemmelberg eind augustus bijna zonder slag of stoot in handen van Britse en Franse troepen, geholpen door Amerikanen die voor het eerst deelnamen aan gevechten op Vlaams grondgebied.

In het kader van de wederopbouw werd de kale Kemmelberg na de oorlog gedurende enkele maanden ontmijnd en opgeruimd en opnieuw beplant met loofboomsoorten.

Bij opgravingen in gedeeltelijk bezette loopgraven in de Lokerdreef - aan de voet van de steile noordelijke hellingen van de Kemmelberg - werden mitrailleurgerief en kleine textielstukjes van soldatenkledij gevonden. Zowel ontplofte als niet-ontplofte obussen werden op regelmatige basis afgevoerd door DOVO, de ontmijningsdienst van het Belgische leger.

Tijdens archeologische opgravingen in de jaren zeventig van vorige eeuw op de top van de Kemmelberg, vlak bij de plaats waar nu de Hostellerie staat, werd er een niet-ontplofte groot kaliber Duitse granaat van meer dan één meter lang ontdekt, die dwars in een ijzerzandsteenbank stak. De omgeving werd afgezet en geëvacueerd tot DOVO het springtuig in een met zand gevulde vrachtwagen kon afvoeren.

De Kemmelberg speelde tijdens de Tweede Wereldoorlog geen militaire rol van betekenis meer. Een vermeldingswaardig feit is wel het bezoek dat Hitler bracht aan de Kemmelberg op 1 juni 1940 (zie gerelateerde links onderaan), en Duitse soldaten hesen er in juni 1940 de vlag op de Belvédère toren, ter nagedachtenis van hun gesneuvelde kameraden tijdens de Eerste Wereldoorlog.

 

 

Tekst copyright © Archeo Kemmelberg. Een origineel kenmerk voor de History Files: Kemmelberg.