History Files
 

DEU ENG FRA NDL

Please help the History Files

Contributed: £175

Target: £400

2023
Totals slider
2023

The History Files still needs your help. As a non-profit site, it is only able to support such a vast and ever-growing collection of information with your help, and this year your help is needed more than ever. Please make a donation so that we can continue to provide highly detailed historical research on a fully secure site. Your help really is appreciated.

 

 

Kemmelberg

De Commandobunker - een goed bewaard publiek geheim

door William Willems

De commandobunker was ooit een supergeheim militair bouwwerk in de Kemmelberg.

Gebouwd door de Belgische Defensie naar aanleiding van de Koude Oorlog, bestaat deze constructie uit een grote militaire ondergrondse bunker, een zeldzame getuigenis van deze periode in België. Deze verdedigingsstelling uit 1953, een antwoord op de Sovjetdreiging, is nu een museum geworden, een relikwie uit de Koude Oorlog. Dit museum verduidelijkt niet alleen het ontstaan van de Navo en van het Warschaupact, maar licht ook de rol van België in de Koude Oorlog toe.

Supergeheim

Dat het Belgisch leger een ondergrondse bunker in de Kemmelberg bouwde was het enige wat bekend was, verder werd er een strenge geheimhouding bewaard over het project. De ware toedracht bleef een groot mysterie. Tot de val van de Berlijnse Muur in 1989, gedurende bijna vier decennia, bleef de Kemmelberg bunker één van de best bewaarde geheimen van het Belgisch leger.

De bouwplaats werd integraal afgeschermd en een enorme put werd gegraven onder de zuidflank van de Kemmelberg. Honderden vrachtladingen aarde werden weggevoerd door vreemde arbeiders. Bij de bouw van het ondergronds complex wisten de bouwvakkers niet wat ze precies aan het bouwen waren. Zij bleven voor een beperkte tijd op het bouwterrein en werden dan doorgestuurd naar andere werven. Het uitvoerend personeel van de bouwfirma's kreeg slechts een klein deel van de ontwerptekeningen te zien. De ware functie van het bouwsel bleef jarenlang een mysterie. Enkel de schoorsteenpijpjes van de luchtverversing deden vermoeden dat hier meer onder de grond verborgen was.

Bureel Staf met uitzicht op het Operatiekwartier
Foto © Paul Van Caesbroeck

Bureel Staf met uitzicht op het Operatiekwartier.

Militair personeel dat niet op de hoogte hoefde te zijn, wist niet dat de bunker bestond. Enkel personen die rechtstreeks bij de bunker waren betrokken, waren op de hoogte volgens het 'need-to-know' principe, ofwel omdat ze in of voor de bunker moesten werken.

Niet enkel de activiteiten die later in de bunker plaatsvonden waren top secret, maar ook het bestaan van de bunker op zich was zo geheim, dat zelfs in het Hoofdkwartier van de Belgische Defensie bijna niemand er iets van afwist.

Ontstaan en oorspronkelijk doel

Na het einde van de Tweede Wereldoorlog, bij de oprichting van de Navo in 1949 zagen een groter aantal landen heil in het 'Nato Air Defence Ground Environment system' (NADGE), een uitgebreid luchtverdedigingssysteem dat zou waarschuwen tegen een mogelijke aanval uit het Oostblok. In België werden Semmerzake (Oost-Vlaanderen) en Glons (Luik) in gebruik genomen als militaire radarstations, maar voor een bunker onder de hoogste heuvel van West-Vlaanderen toonde de Navo oorspronkelijk in het geheel geen interesse.

Nochtans was de afgelegen locatie uitstekend, op een heuvelrug die de scheiding vormt tussen het IJzerbekken in het Noorden en het Leiebekken in het Zuiden, in een dunbevolkt - dus vlotter te evacueren - gebied en in het uiterste westen van het land, dichtbij de Franse, Nederlandse en Britse bondgenoten, maar ver van het oosten, van waar het gevaar kon komen.

Tijdens de Koude Oorlog werd er vanaf 1955 een ondergronds Navo-hoofdkwartier gebouwd, het Joint Operations Centre (JOC) - bestaande uit een zwaarbeveiligde en NBC-veilige bunker (Nucleair, Biologisch, Chemisch) - in een voormalige mergelgroeve van de Cannerberg nabij Maastricht (Nederlands Limburg). Dit enorme complex was tot vijftig meter diep in de grond gebouwd en besloeg in het totaal bijna zeven hectare, met vierhonderd kantoren, een hoofd-restaurant, een zelfbedieningsrestaurant met een capaciteit van zeshonderd maaltijden, een kapsalon, een bar, 51 toiletten, 27 douches, een drie-holes indoorgolfbaan op kunstgras en acht km gangen. Van hieruit moesten in oorlogstijd de troepenbewegingen in de Benelux en Duitsland en de vliegtuigbewegingen van Noorwegen tot Zuid-Italië worden gecontroleerd.

Maar intussen hadden vijf Europese landen; Groot-Brittannië, Frankrijk en de drie Benelux-landen, al beslist om - bij een mogelijk nieuw conflict en potentiële communistische dreigingen - zelf militaire maatregelen te nemen door een eigen gezamenlijk luchtverdedigingssysteem uit te bouwen.

Door het Pact van Brussel in 1950 - dat deel uitmaakte van dit defensieplan - kwam de Kemmelberg als strategisch belangrijke locatie weer in het vizier van legerspecialisten en de vijf landen besloten een coördinatie-bunker voor de West-Europese luchtverdediging te bouwen die zou functioneren samen met de twee radarstations van Semmerzake en Glons. Bij een eventuele aanval van het Rode Leger zou de Kemmelberg bunker voor de Navo het zenuwknooppunt van de Benelux worden.

De bouw van de Kemmelberg bunker vond plaats tussen 1952 en 1956. De afgevoerde grond werd grotendeels teruggestort boven op de bunker.

Op het ogenblik dat de ruwbouw eindelijk klaar is, en niettegenstaande het bestaan van de nieuwe bunker, zal de nieuw opgerichte Navo echter al een eigen geïntegreerd luchtverdedigingssysteem geïnstalleerd hebben te Maastricht, en blijft de bunker onder de Kemmelberg ongebruikt achter.

Oorspronkelijk bedoeld als commandopost voor een internationaal luchtverdedigingssysteem, zou de Kemmelberg bunker die functie nooit bekleden. Bij de voltooiing van de bouw ervan, was de bunker technologisch al achterhaald, aangezien hij niet bestand is tegen een aanval met NBC-wapens. En de nodige aanpassingen zouden te duur uitgevallen zijn.

Gebouw en inrichting

De bunker bevindt zich op vijftien meter diepte in de Kemmelberg. Het domein waarop de bunker is gebouwd besloeg oorspronkelijk vier hectare. De totale oppervlakte van het bunkercomplex is 2 164 m². De afmetingen van de eigenlijke commandobunker bedragen 30 m x 30 m en de muren zijn twee meter dik. Bovenaan de bunker ligt er een vlottend betonnen dak van 73 x 60 m met een dikte variërend van 2,9 m in het midden tot 1,15 m aan de uiteinden. Tussen dit dak en de bunker werd er een laag grond aangebracht die moest zorgen voor schokdemping tijdens eventuele bombardementen. De buitenmuren zijn voorzien van een koperen omhulsel dat op die manier een kooi van Faraday vormt en dient als afscherming voor elektromagnetische straling. Ook de buitenmuren bieden bescherming tegen elektromagnetische straling.

In de ondergrondse bunker waren er geen slaapkamers en geen keuken. Hiervoor was het complex volledig afhankelijk van de steun van de kazerne in het nabijgelegen Ieper.

Toegang tot de commandobunker
Foto © Paul Van Caesbroeck

Toegang tot de commandobunker.

De toegang tot de ondergrondse bunker is langs een luik, gecamoufleerd door een onopvallend bakstenen huisje met een eenvoudige houten deur als ingang. Eerst moet er een trap worden afgedaald vooraleer de grote kaartenzaal kan betreden worden. Deze was het kloppend hart van de commandobunker, het operatiekwartier (Operations Room) dat zich uitstrekt over de niveaus -1 en -2. Rondom had elke staf (land-, lucht-, en zeemacht) een vrij geïsoleerd bureel op niveau -1 met uitzicht op het operatiekwartier.

Centraal Operatiekwartier
Foto © Paul Van Caesbroeck

Centraal Operatiekwartier.

Op niveau -1 bevinden zich ook de technische installaties zoals twee dieselgeneratoren voor de stroomvoorziening, verwarmingsbranders en een systeem voor luchtventilatie.

Op het laagste niveau was het communicatiesysteem ingericht met een automatische en een manuele telefooncentrale, een transmissiecentrum met telexapparatuur, een radiodienst en een militaire postdienst.

Er waren verbindingen met ondergrondse telefoonkabels naar de toenmalige RTT (Regie van Telegraaf en Telefoon), de Ieperse kazerne (via signaalkabel) en naar een station van het straalzender/multiplex-netwerk van de luchtmacht op het hoogste punt van de Kemmelberg, waarover de dienst telecom van de luchtmacht in de jaren zestig van de 20e eeuw al beschikte en dat het hele grondgebied van België bestreek.

Dit systeem van de luchtmacht werd geleidelijk ook voor de andere machten van de Belgische landsverdediging uitgebouwd.

Dieselgeneratoren
Foto © Paul Van Caesbroeck

Dieselgeneratoren.

Op het terrein van de bunker stonden vier ontvangstantennes, maar er was geen zendantenne want deze zou de locatie van de bunker kunnen verraden. Daarom werd de signaalkabel naar de kazerne van Ieper gebruikt als verbinding van de bunker naar de zendantennes van de kazerne.

Op een kleine afstand van de commandobunker waren ook gronden aangekocht om bijkomende antennes neer te planten. Er was een tank voor watervoorziening en tanks met een stookolievoorraad van 50 000 liter.

Een nooduitgang was voorzien die leidt naar een flank van de Kemmelberg.

Functie van de bunker na de bouw van het IJzeren Gordijn

Na de oprichting van het IJzeren Gordijn in 1961, besloot het opperbevel van de Belgische strijdkrachten pas in 1963 om de Kemmelberg bunker in te richten als geheim commandocentrum in geval van oorlog of conflict, of om te gebruiken voor trainingsdoeleinden.

De Belgische defensie zorgde voor de verdere afwerking, de telecommunicatieapparatuur en het meubilair.

Vanaf ongeveer 1965 werd de Kemmelberg bunker het hoofdkwartier van de Belgische generale staf in geval van oorlog, zoals alle andere Navo-lidstaten over een gelijkaardig complex beschikten en van waaruit de bevelen voor de troepen op het terrein zouden vertrekken. Hij werd tot midden jaren negentig van de vorige eeuw gebruikt als commandopost tijdens georganiseerde grootschalige commando opdrachten.

De oefeningen die binnen de bunker werden georganiseerd waren gebaseerd op realistische scenario's met een opgezette aanval van de zogezegde vijand - die 'Orange Block' (of 'Orange Land') genoemd werd – die dreigde met het inzetten van bepaalde (nucleaire) middelen.

Jarenlang werd er getraind op indekking tegen een eventuele nucleaire aanval, het 'worstcase' scenario. Om de commandobunker 24 uur per etmaal operationeel te houden, werd een team van drie shifts van elk tweehonderd militairen ingezet, die 'earmarked' waren, d.w.z. op de hoogte gebracht van het bestaan van de commandobunker.

De kaarten met informatie over de wapensystemen in de - nog altijd indrukwekkende - grote centrale commandoruimte, en het personeel zelf werden voortdurend aangepast. De staven van land-, lucht-, en zeemacht kregen de meest recente informatie binnen via het - destijds moderne - communicatiesysteem.

Een grote klok zorgde voor elektrische synchronisatie van alle andere uurwerken in de bunker. Houten telexkasten zorgden voor een beperkte geluidsisolatie van de telexapparatuur die dag en nacht ratelde. Via kleine luikjes in de muren werden de berichten doorgegeven aan de drie staven.

Kaart met strategische gegevens
Foto © Paul Van Caesbroeck

Kaart met strategische gegevens.

De Kemmelberg commandopost diende eveneens als centrum van waaruit de logistieke bevelen vertrokken van de 'JS', de Joint Staff (Generale Staf) voor de Belgische troepen in eigen land en voor de Belgische Strijdkrachten in de Bondsrepubliek Duitsland (BSD). De buitenwereld kreeg slechts bevelen van 'Fakir', één van de codenamen van de telefooncentrale onder de Kemmelberg. Op het terrein wist vrijwel niemand dat de bevelen kwamen van binnenin de Kemmelberg.

In 1995 vond er een laatste geheime ondergrondse oefening plaats. Al die tijd was de bunker onder permanente bewaking geplaatst.

In het Oostblok werd er tijdens de Koude Oorlog eveneens een commandobunker complex gebouwd in de gemeente Kossa in de toenmalige DDR, tegenhanger van de Kemmelberg bunker op exact 866 km afstand.

Het complex bestond uit zes ondergrondse bunkers maar het was uitstekend gecamoufleerd en aangezien er meer financiële middelen ter beschikking waren, waren dit complex veel beter uitgerust dan de Kemmelberg bunker en veel meer beveiligd, zoals met gepantserde deuren.

Ontsluiting van de site

Na 1995 kwam het toezicht van de bunker in handen van het 'Competentiecentrum Steunmaterieel en Producten van Ieper' en werd de commandobunker een getuige-museum.

In 2009 werd de bunker door het 'Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis' omgevormd tot museum van de Koude Oorlog, en de bunker en een zone van ongeveer één hectare errond werden ondergebracht in de 'Historische Pool van Defensie', een overkoepelende adviesraad met steun van het Ministerie van Defensie die historisch waardevolle militaire sites beheert en deze een educatieve waarde meegeeft.

Ook het fort van Breendonk, de Dodengang van Diksmuide, het fort van Eben-Emael en de McAuliffe-kelder in Bastogne passen in dit concept.

Tenslotte werd de commando bunker voor het publiek opengesteld. Bezoek kan zowel met een gids als individueel. Sinds 2017 valt de bunker onder het beheer van het 'War Heritage Institute' te Brussel.

 

 

Tekst copyright © Archeo Kemmelberg. Een origineel kenmerk voor de History Files: Kemmelberg.