History Files
 

DEU ENG FRA NDL

Please help the History Files

Contributed: £84

Target: £400

2023
Totals slider
2023

The History Files still needs your help. As a non-profit site, it is only able to support such a vast and ever-growing collection of information with your help, and this year your help is needed more than ever. Please make a donation so that we can continue to provide highly detailed historical research on a fully secure site. Your help really is appreciated.

 

 

Kemmelberg

Eerste Elite Deel 1: Centra van de Keltische Elite

door J L Putman & M Soenen

IJzertijd

Het gebruik van metaal - eerst brons en later ijzer - startte in de streek van de Kemmelberg betrekkelijk laat, ten vroegste rond 2000 v.C. Het duurde langer omdat er in de ruime omgeving koper- noch tinertsen aanwezig waren die beide nodig zijn om brons te produceren.

Indeling in Steentijd, Bronstijd en IJzertijd is een beetje voorbijgestreefd. Meer aandacht schenken aan maatschappelijke ontwikkelingen lijkt interessanter dan het focussen op een nieuw bereik van grondstoffen.

Zo ontstonden in de Bronstijd de eerste elitegroepen en bleef lithisch materiaal nog geruime tijd ook na de 'steentijd' in gebruik. Op de Kemmelberg werd zo een gepolijst kwartsiet bijltje (lengte 9cm) gevonden dat wellicht van de Vroege Bronstijd dateert of van de overgang Bronstijd-Steentijd.

Kwartsiet bijltje
Drawing © M Van Meenen, AOE

Kwartsiet bijltje.

Gepolijst kwartsiet bijltje, Kemmelberg
Foto © L Verhetsel, VISO

Gepolijst kwartsiet bijltje, Kemmelberg.

IJzererts, zoals ijzeroer (moerasijzer) waren wel aanwezig in de heuvelstreek. Mogelijk heeft men metaal kunnen winnen uit de ijzerzandsteen die op de toppen van de getuigenheuvels voorkomt.

Dit verklaart misschien voor een deel de aanwezigheid van elitegroepen op de toppen van deze ijzerzandsteen-houdende getuigenheuvels zoals Kemmelberg, Kesterheide en Kesselberg.

Ligging van de vier 'K' sites
Image © NGI, Brussel

Ligging van de vier 'K' sites.

Tussen de Kemmelberg, de meest westelijk gelegen van deze getuigenheuvels, en de meest oostelijk gelegen Kesselberg is de afstand 135km in vogelvlucht.

De Kooigembos site - die sterk verwant is aan de Kemmelberg site - kijkt uit op de Schelde, de belangrijkste rivier in de regio. De vier Kelten- of 'K' sites liggen bijna op één lijn en volgen de actuele taalgrens tussen Nederlands (noorden) en Frans (zuiden).

Het duurde tot ruim 800 v.C. vooraleer hier ijzer gebruikt werd. IJzer bleef tot een paar eeuwen vóór de Romeinse verovering een vrij exclusief materiaal.

Omwille van de corrosieve bodem werden er slechts een dozijn bronzen en ijzeren fragmenten van voorwerpen aangetroffen, onder andere het goed bewaarde lemmet van een ijzeren mes van 450 v.C.

IJzeren mes, Kemmelberg
Foto © H Hameeuw, RAMS

IJzeren mes, Kemmelberg.

In de IJzertijd deelden grote delen van Europa gemeenschappelijke culturele en technologische componenten, zoals kennis van metallurgie, landbouwpraktijken, bouwtrends, aspecten van religieus gedrag, enz.

Naast deze trend van samenhang en verbondenheid, was er evenzeer een tegengestelde trend van diversiteit tussen groepen en gemeenschappen, samen met grote regionale verschillen. Deze waren soms het resultaat van ecologische verschillen maar vaak ook het resultaat van eigen keuzes uit het brede aanbod aan mogelijkheden, zelfs tussen groepen die naast elkaar leefden.

Kemmelberg en de gelaagde maatschappij

Omdat handel in prestigieuze goederen meer en meer belangrijk werd, wonnen ook status en macht aan belang. Rond 600 v.C. daagden elitaire leiders op, soms 'prinsen' genoemd. Waren het clanhoofden, religieuze leiders of een combinatie van beide?

De veelal aristocratische elites beschikten over een uitgebreid en gevarieerd netwerk. Zo worden in pre-urbane centra, vooral in het zuidwesten van Duitsland en centraal Frankrijk, vaak Griekse- en/of Etruskische voorwerpen aangetroffen, meestal symbolen van pracht en praal.

Deze pre-urbane centra vertonen soms uiteenlopende vormen van samenleving, rijkdom, handel, begrafenisrituelen, enz.

Reconstructie grafkamer van de 'prinses' van Vix
Foto © A Maillier, Musée du Pays Châtillonnais

Reconstructie grafkamer van de 'prinses' van Vix (FR).

Zo is in de reconstructie van de grafkamer van de 'prinses' van Vix (FR) een ontmantelde Keltische praalwagen tentoongesteld, waarop de stoffelijke resten lagen, omgeven door een uitgebreid gamma aan Griekse voorwerpen die deel uitmaakten van een drinkservies, waaronder een 1,64m hoge Griekse krater die als mengvat voor alcoholische dranken (wijn?) diende.

De plaatselijke maatschappij was geëvolueerd tot een gelaagde maatschappij met grote verschillen tussen de smalle top en de brede basis. De overgrote meerderheid waren boeren en wellicht ook lijfeigenen en slaven, met tussenin meer gespecialiseerde ambachtslui en handelaars.

Over andere categorieën is er bitter weinig bewijsmateriaal; geestelijke leiders (druïden?) zijn niet aantoonbaar in de archeologische datasets.

Was het krijgerstatuut misschien een tijdelijk statuut, gebonden aan leeftijd en/of noodzakelijkheden? Misschien waren kleine twisten endemisch binnen de Keltische maatschappij. De hieronder afgebeelde re-enactor beeldt een Keltische krijger uit, een beeld dat niet zichtbaar is in de archeologische data van de Kemmelberg in de IJzertijd.

Keltische Krijger uitgebeeld door re-enactor
Foto © J L Putman

Keltische Krijger uitgebeeld door re-enactor.

De meeste vondsten in Vlaanderen betreffen sporen van boerderijen met rechthoekig grondplan, met talrijke sporen van houten waterputten, talrijke afvalputten en bijgebouwen op palen zoals voorraadschuurtjes of kleine ateliers. Alles wijst op kleine groepjes van boerderijen in familieverband. Enkel de vorm, afmetingen, dakconstructie, enz., evolueerden in de tijd. Gedurende enkele millennia leefden mens en vee onder hetzelfde dak.

Afbeelding Keltische boerderij
Image © Y De Smet

Afbeelding Keltische boerderij.

Niet enkel in bewoning is er continuïteit, maar ook in voedselbevoorrading: rundvee blijft de voornaamste bron van dierlijke eiwitten, naast schaap, geit en varken. De productie van gewassen en vee was hoofdzakelijk bedoeld voor lokaal gebruik, overschotten waren niet frequent of gingen naar de elite.

De jacht op wild kreeg een marginale, sociale (elitaire?) functie. De kip deed haar intrede als wilde soort uit Zuidoost-Azië. Vandaag schat men het aantal kippen in de wereld op zeven per persoon!

Een groep van families vormden samen een mini-clan. Doordat de boeren generaties in dezelfde buurt boerderijen hadden gebouwd en families hadden gevormd, groeide er een bijzondere verering van de voorouders. Grafheuvels werden markante plaatsen van een lokale gemeenschap.

Palenkrans reconstructie op grafheuvel
Foto © Ijzertijdboerderij Dongen

Palenkrans reconstructie op grafheuvel.

De levensverwachting bij de geboorte was zowel voor rijk als arm zeer laag: ergens rond de twintig jaar. Het eerste levensjaar stierven wellicht één op drie borelingen. Maar eens men die moeilijke jaren overleefde stegen de levensverwachtingen fors zodat men wel degelijk zestig, zeventig of misschien tachtig jaar kon worden.

In die fase waren de rijken, met de beste voedselvoorziening en het meeste comfort, in het voordeel.

Op de één of andere manier kon een kleine groep de Kemmelberg in de kijker plaatsen en zo een ruime omgeving beïnvloeden. Deden ze beroep op hun afkomst of op hun contacten of gebruikten ze geweld? Feit is dat de Kemmelberg bewoond werd door een elite die zich omringd had met ambachtslui waaronder bekwame pottenbakkers.

De Kemmelberg elite was niet zo verblindend rijk vergeleken met meer zuidelijk gelegen centra die dichter bij de Mediterrane wereld aanleunden. Toch was hun invloed aanzienlijk en waren ze ten opzichte van de doorsnee boer uit de omgeving stinkend rijk en spraken ze ook tot de verbeelding.

De leider(s) van de Kemmelberg kunnen we ons niet voorstellen wegens totaal gebrek aan vondsten. Een voorbeeld van waar men het wél beter weet is op de versterkte site van Glauberg in Duitsland, 450km oostwaarts van de Kemmelberg, waar het beeld van een elite lid is opgegraven. Dit is relatief ver weg, maar het komt wel van dezelfde Keltische periode als deze van de Kemmelberg.

In de onmiddellijke omgeving van een grote grafheuvel werd een zandstenen beeld gevonden van een man (de 'vorst' van Glauberg). De details van het beeld stemmen overeen met de vondsten van het inhumatiegraf dat in de grafheuvel lag.

Op het beeld van de 'vorst' van Glauberg zijn schild, armbanden en torque zichtbaar. Zijn hoofd is voorzien van een bizarre hoofdtooi bekroond met twee uitsteeksels die de vorm hebben van maretak bladeren.

Standbeeld van de 'vorst' van Glauberg in Duitsland
Foto © Cision, Frankfurt Rhine-Main region

Standbeeld van de 'vorst' van Glauberg in Duitsland.

De Kelten

Moderne Kelten (of hun recente afstammelingen) zijn levende mensen die nog een Keltische taal spreken, zoals het Iers, een officiële taal van de Europese Unie.

Om over Kelten te spreken die een paar millennia geleden leefden kan men vooral beroep doen op informatie uit oude bronnen. Archeologische vondsten geven geen duidelijke aanduidingen over taal of etnische groep, ook niet over oorsprong en verspreiding van de Kelten.

Kelten die bekend waren bij de vroegste Griekse schrijvers (zesde en vijfde eeuw v.C.) zouden in delen van Noord-Italië, Zwitserland, Frankrijk, en Spanje te situeren zijn. De Griekse historicus Herodotus (vijfde eeuw v.C.) beschreef een wereldkaart ('Oecumene') waarop de Kelten uiterst links aangeduid staan (de Androphagi bovenaan de kaart worden over het algemeen geïdentificeerd als de Fins-Oegrische Mordwienen van wat nu centraal Rusland is).

Reconstructie van de Oecumene, de 'bewoonde wereld' van Herodotus, circa 450 v.C
Image: public domain

Reconstructie van de Oecumene, de 'bewoonde wereld' van Herodotus, circa 450 v.C.

Dit zijn ook de gebieden waar de eerste Keltische inscripties verschijnen. Keltische plaats-, rivier-, en persoonsnamen geven een nog wijdere verspreiding van de Keltische talen over Europa, insulaire gebieden inbegrepen.

De aanwezigheid in Europa van Keltische talen en etnische groepen gaat wellicht terug tot minstens 1000 v.C., gedurende de Urnenveldencultuur.

Tussen 500 v.C. en 500 n.C. hebben verscheidene individuen zichzelf Kelt genoemd. De volgende duizend jaar, tot 1500 n.C. verdwijnen alle verwijzingen naar Kelten of het Kelt zijn. Wel bleven enkele talen bestaan die nu bestempeld worden als Keltisch. Met de Renaissance en later de opkomst van de natiestaten groeide de belangstelling voor klassieke bronnen en de onderscheiden volkeren die erin werden vermeld, zoals een hernieuwde en ietwat verwarrende belangstelling voor de Kelten en hun talen.

Zo is onderstaande prent van Ambiorix, koning van de Eburonen, geïnspireerd op zijn standbeeld uit 1866 gelokaliseerd te Tongeren in België. Zowel standbeeld als prent weerspiegelen de negentiende-eeuwse herleving van de Kelten in de destijds jonge Belgische natiestaat.

Ambiorix, koning van de Eburonen, visie 19e eeuw
Image © J-L Huens

Ambiorix, koning van de Eburonen, visie 19e eeuw.

Kelten zijn dus moeilijk te vatten. Een culturele grens was er niet en ook een begin- en eindpunt zijn moeilijk vast te pinnen op een tijdsbalk. Ze verschilden duidelijk van hun buren zoals de Etrusken, Scythen of Grieken. De Kelten werden in Griekse geschriften ook beschreven als 'barbaroi' (vreemden, brabbelaars – hoofdzakelijk omwille van hun onverstaanbare taal). Het woord 'barbaar' had oorspronkelijk geen negatieve bijklank. Dat de Kelten broeken droegen, sloeg de Mediterrane mannen en vrouwen met verstomming.

Armbanden en oorringen in bladgoud, Sainte-Colombe-sur-Seine, Frankrijk
Foto © MAN (FR), Loïc Hamon

Armbanden en oorringen in bladgoud, Sainte-Colombe-sur-Seine, Frankrijk.

Ook de torque of halsring, vaak uit brons of goud, was een typisch Keltisch sieraad dat door de elite, zowel mannen als vrouwen werd gedragen. Vrouwen droegen ook andere opzichtige sieraden, zoals armbanden en oorringen gevonden in het graf van de prinses van Sainte-Colombe-sur-Seine in Frankrijk. Een gouden kraal en een bronzen decoratieve hanger werden gevonden op de Kemmelberg.

Zie verder: Foto Focus: Keltische Hanger.

Het netwerk van de Kemmelberg Kelten

Men vond op de Kemmelberg een scherf van een aarden zoutcontainer afkomstig uit de streek van Nijmegen (Nederland, ten noordoosten, op 200 km afstand in vogelvlucht).

Profiel van zoutcontainer fragment, Kemmelberg
Foto © S Dalle, UGent

Profiel van zoutcontainer fragment, Kemmelberg.

Zout werd in aarden cilinders of in andere container-vormen vervoerd.

Zout was een belangrijk product om vlees, vis en kaas te bewaren en op te slaan op langere termijn. Het was eveneens van belang voor de eigen gezondheid en die van paarden en koeien die dagelijks tientallen grammen zout nodig hadden.

In de IJzertijd vond zoutproductie uit zeewater vooral plaats langs de kust. De vindplaatsen van zoutcontainers liggen geconcentreerd in de Rijndelta (met als centrum Oss, nabij Nijmegen), met de Kemmelberg als zuidwestelijke uitzondering.

Zout was niet overal gemakkelijk verkrijgbaar en het kon daardoor een luxeartikel en een geschikt ruilmiddel worden. Kwam een deel van de zoutleveringen uit het noordoosten dan kwamen andere luxeartikels uit het zuiden.

Verspreiding van zoutproductiesites en vindplaatsen van zoutcontainers
Image © P W van den Broeke & G De Mulder

Verspreiding van zoutproductiesites en vindplaatsen van zoutcontainers.

Een prestigeobject betreft een fragment van een Etruskisch bronzen beslagplaatje. Oorspronkelijk moet het stuk een lengte gehad hebben van 6cm. De twee uiteinden zijn pijlvormig uitgewerkt. In het midden is een schelpmotief te zien. Links en rechts van dit motief zijn nietgaten voorzien.

Fragment van een Etruskisch bronzen beslagplaatje, Kemmelberg
Foto © H Hameeuw, RAMS

Fragment van een Etruskisch bronzen beslagplaatje, Kemmelberg.

Twee dergelijke beslagplaatjes werden op een bronzen bekken bevestigd, enerzijds om de bronzen bekkenhelften aan elkaar te houden en anderzijds fungeerde het hol schelpmotief als handvat voor het bekken. Deze bekkens werden in Etruskische brons-ateliers rond Genua geproduceerd. Misschien hoorden ze thuis als waskom bij de opmaak en morgenrituelen van de vrouwelijke elite van de Kemmelberg?

Bronzen bekken met beslagplaatjes
Image © H Hameeuw (foto) & W Willems (image)

Bronzen bekken met beslagplaatjes.

Goud was toen zeker een uiterst zichtbaar teken van prestige en macht. Het bezit van goud was een indicatie voor het hebben van belangrijke, verre contacten.

Op de Kemmelberg vond men enkele stukjes goud waaronder een gouden kraal. Deze werd aangetroffen in het minder rijke westelijk deel van de vesting, daar waar vage sporen van woningen zichtbaar waren.

De biconische kraal is 2,1cm lang en is opgebouwd uit zes onderdelen. De onzichtbare dragende kern bestaat uit twee in elkaar hakende bronzen elementen. Ze gelijken op geperforeerde vingerhoeden die samen een stevige biconische kern vormen. De kern wordt omhuld door twee stukken bladgoud. Alle segmenten zijn door drijfwerk geribd, en samen vormen ze twintig parallelle ribbels. De twee conische stukken van ongelijke lengte passen in elkaar. Het geheel was wellicht boven en onder afgesloten door minuscule geperforeerde sluitringen.

Geribde gouden kraal, Kemmelberg
Foto © L Verhetsel, VISO

Geribde gouden kraal, Kemmelberg.

Kemmelberg Kelten: zien en gezien worden

Vooral tussen 500 en 350 v.C. heeft een groepje Kelten de Kemmelberg uitgebouwd tot een opzichtig centrum. Hun leuze was wellicht dubbel: 'zien en gezien worden'.

'Zien': het grootste deel van de 360 graden van de omgeving rondom de Kemmelberg was tot 30 - 40 km goed zichtbaar vanop de top. 'Gezien worden': de opzichtige Kemmelberg elite stelde graag praal en pracht tentoon, misschien ook door hun omwallingen in opvallende kleuren te verven.

Zichtbaar geografisch gebied op de top van de Kemmelberg
Image © S Dalle, UGent

Zichtbaar geografisch gebied op de top van de Kemmelberg.

De afbeelding toont het gezichtsveld (in het blauw) vanop de Kemmelberg, m.a.w. het geografisch gebied dat goed zichtbaar is vanop de top. De afstand tussen Kemmelberg en Kooigembos bedraagt 38 km.

Naast goud zijn er nog andere vondsten die wijzen op het elitair karakter van de Kemmelberg bewoners. Zo werd een aspin gevonden, een onrechtstreekse aanduiding van de aanwezigheid van een clanhoofd of prins.

Zie verder: Foto Focus: Keltische Aspin

Gerestaureerde aspin, Kemmelberg
Foto © H Hameeuw, RAMS

Gerestaureerde aspin, Kemmelberg.

Er zijn nog andere luxe indicaties aanwezig. Zo werden twee glazen ringkralen gevonden, elk met een diameter van ongeveer 1,5cm (foto hieronder). De kobaltblauwe komt redelijk veel voor, de olijfgroene is uitzonderlijk. Blauw wordt verkregen door koper toe te voegen en groen door mangaanmineralen toe te voegen. Deze sieraden werden vooral door vrouwen gedragen.

Glazen ringkralen, Kemmelberg
Foto © L Verhetsel, VISO

Glazen ringkralen, Kemmelberg.

Een fragment van een waardevolle arm- of enkelband uit schiefer is zeker een element van standing. De diameter van 10cm wijst eerder in de richting van een enkelband.

Fragment van arm- of enkelband in schiefer, Kemmelberg
Foto © L Verhetsel, VISO

Fragment van arm- of enkelband in schiefer, Kemmelberg.

Dit is het meest geschikte ogenblik om hieronder de gerelateerde links te bekijken, alvorens verder te gaan met de hoofdtekst.

Vervolg in Deel 2.

 

 

Tekst copyright © Archeo Kemmelberg. Een origineel kenmerk voor de History Files: Kemmelberg.